Susan DeMuth
The Guardian Weekend
November 2003
In ijsland is men de werkzaamheden gestart aan een kollosaal damcomplex, dat eenmaal in gebruik vanaf 2007, een hooglandse wildernis zal overspoelen, en dit alles om een amerikaanse aluminiumsmelterij van stroom te voorzien. Milieuactivisten zijn woedend, maar de overheid lijkt erop gebrand het project door te drijven, kosten wat kost.
Ten noorden van Vatnajokull, Europa’s grootste gletcher, ligt ijslands meest fascinerend en varierend vulkanisch landschap. Ijs en kokende geothermische inferno’s ontmoeten elkaar aan de randen van de gletcher en dan begint het grootste overblijvende ongerepte stuk wildernis in west europa. Een panorama van wilde rivieren, watervallen, bergen en mossige hooglanden bezaaid met bloemen. Tegen 2006 als de Karahnjukardam is afgewerkt zal een groot deel van deze wildernis verdwijnen onder 150 meter water. Het werk is reeds begonnen aan dit megaproject, ontworpen om slechts 1 alluminium smelter, gebouwd door US multinational Alcoa, van energie te voorzien. Milieuactiviesten in ijsland en daar buiten, keken ernaar in ongeloof hoe het project doorgaat, het ene na het andere obstakel ontwijkend. Gedreven door een overheid die erop gebrand is het project door te voeren, wat het ook mogen kosten aan natuur en economie.
De honderd negentig meter hoge, 730 meter brede hoofddam, twee smallere zijdammen en 53 km tunnels zullen betaald worden door landsvirkjun, de nationale energiebedrijf, deels eigendom van de ijslandse overheid, de stad Reykjavic en het stadje Akureyri. De hoofddam zal een enorm reservoir creeren, dat men Halslon zal noemen. Deze zal een gebied van 57 km² hoogland onder water zetten, voor het tot over de gletcher zelf uitstrekt. De bekomen hydro-electriciteit is voor de komende 50 jaar aan Alcoa verkocht, die twee smelters in Amerika sluit en naar ijsland verplaatst als besparingsmaatregel.
In augustus 2001, wees het ijslands nationaal planningsburo het project af op grond van substantiele, onomkeerbare negatieve impact op de omgeving. Van de 120 voorgestelde hydro-projecten, is karahnjukar het enige waarover zij een negatief advies gaven. Juist vier maanden later, heeft de minister van leefmilieu deze uitspraak aan de kant geschoven, op een manier die een reeks van rechtzaken en grote bezorgdheid om de natuur en de democratie in Ijsland te weeg bracht. Eerder dit jaar, brachten advokaat Atli Gislasson en een groep van 26 burgers apparte zaken voor het ijslandse hoog gerechtshof, en voor de Efta ( European Free Trade Association) survaillance authority, om het tekort aan transparantie van de overheid en de beslissing van de minister aan te klagen.
De beroemde Dimmugljufur kloof zal gedeeltelijk vernield worden door de dammen. Het zuidelijke deel is reeds vernield en de noordelijke strook, uitgesleten door de rivier, zal droog komen te staan. De dynamitering van de kloof is begonnen in maart 2003, enkele maanden voor de uiteindelijke financiering voltooid was. En het werd op de nationale televisie als een propaganda-stunt uitgezonden. Het waren verkiezingen op 10 mei en de overheid wilde niet dat karahnjukar een thema werd. De boodschap was: “dit is iets wat je niet kunt stoppen”. Ook de saudarfoss, een adembenemende waterval is een van de 60 die verloren zal gaan. In 2003 ontdekte een landbouwer overblijfselen waar veel van de harafnkel’s legende afspeelt, één van de klassiekers in de ijslandse literatuur. Archeologen beschouwden dit als een zeer belangrijke vondst. Kristalzuiver water komt hier in de zillte grijze stroom Jokulsa a dal, de gletcher rivier dat de hoofdam van kracht zal voorzien en vanaf daar begint 1 van de grootste continu begroeide gebieden in de hooglanden.
Dit is van de belangrijkste gebieden voor de rendieren. Duizenden rosevoet ganzen grazen in dit hoogland dat een beschermd broedgebied is. Het is ook het favoriete jachtterein van de sneeuwuil, ptarmigan (een soort hoender) en de giervalk. Bloedrode rotskloven vivid als rauwe steak, gaan over in pikzwarte levenloze afgronden. Uitgeschuurd door schuivende gletchers en gevoelig aan atmosfeersveranderingen, zijn de formaties een weergave van 10 duizenden jaren geologische en klimatologische veranderingen. Ze zijn uniek in de wereld, en van enorm belang voor wetenschappers die onder andere het broeikas effect bestuderen. Specialisten vrezen dat er geen tijd is om zelfs maar enkele van hun geheimen te ontfutselen.
De gevolgen voor het milieu zijn zeker niet beperkt tot de oevers van Halson en onbevolkte gebieden. In de zomer, als het water laag is, waaien sterke oostelijke winden slib op aan de randen van het reservoir, blazen stofstormen over de hooglanden naar de boerderijen in het oosten. Het hydro-project zal ook de Jokulsa a Dal omleiden aan de hoofddam, om de rivier door tunnels te stuwen in de traag vloeiende jokulsa if fljotsdal, die ijslands grootste meer lagar flujot voedt. Het kalme zilveren oppervlak van deze toeristische attractie, zal modderig turbulent en onbevaarbaar worden.
In de delta van Herardsfloi, de thuis van een belangrijke populatie meeuwen voorkomt de zware slibafzetting van Jokusla a Dal dat de zee het land inneemt. Op het moment dat het slib vastzit bij de nieuwe dam zullen velden overspoeld worden en twee gevestigde boerderijen waaronder een eco-toerisme centrum zullen vernield worden.
De meest alarmerende ontwikkeling voor natuurbeschermers is de vernieling van een officieel beschermd gebied. Eén derde van het gebied aan de voet van de gletcher zal wegzinken. De minister van milieu zegt dat in haar visie beschermd gebied niet altijd betekend voor altijd beschermd. Landsvikjun’s managing directeur steunt haar beslissing en zegt dat de regering het recht heeft om een menselijke beslissing te veranderen.
Vele mensen vrezen dat deze verklaringen ervoor zorgen dat deze hydropower projecten niet meer bespreekbaar zijn. Een voorbeeld is Dettifoss, de meest krachtige waterval in Europa, officieel beschermd en één van ijsland grootste toeristische attracties. Proffessor Gisli Mar Gisalson die deelnamen aan een denktank van de regering over energie projecten zegt hierop dat het grootste deel van het jaar het water van de waterval zal afgesloten zijn, maar in het toeristisch seizoen zullen ze het water laten doorstromen.
Gislason gelooft dat de gebrandheid van de regering om dit project te starten strategisch was. Het was het meest controversiële hydro energie plan op de tafel. De redenering was dat als ze de Karahnjukardam erdoor konden pushen, dat al de andere plannen geen probleen meer zouden vormen. Het gebeurd nu reeds al: in september, wees de minister van industrie een rapport af over de impact van het project op de waarde van de natuur en gaf het startsignaal voor een project op de Thjorsa rivier dat een gedeelte van het beschermde gebied zal overspoelen. Een project dat reeds was afgekeurd door de lokale autoriteit.
Ijsland is klein met z’n 290.000 inwoners en enkel 63 palementsleden. Een hanvol personen en families onder de mensen gekend als ‘De octopus’ oefenen buitenproportionele macht en invloed uit. Schrijver en sociaal commentator Bergsson zegt: Ijslans is uniek in het feit dat 80 procent van de bevolking tot de middenklasse behoort… De gemakkelijkste controleerbare klasse, want zij hebben het meest te verliezen.
Er zijn een paar grote gebaren gedaan door enkele individuen. In de zomer van 2003 greep de dichtster en activiste Elizabeth Jokulsdottir de microfoon gedurende een lijnvlucht en gaf de passagiers een gepassioneerde lezing over het damproject. Ook Bjoek droeg haar steentje bij en ging in hongerstaking. Er is echter een gebrek aan samenwerking en strategie als het komt tot ruimer protest. Een kleine plaatselijke beweging houd regelmatig ‘speak-outs’ en demonstraties in Reykjavik de hoofdstad waar tot 1000 mensen aan deelnemen. Maar ijslanders zijn vriendelijk en vredelievend (Ijsland heeft geen leger). De activisten hier zouden heel moeilijk een campagne organiseren op het nivau van de acties die de bouw van de Santa Isabel dam in Brazilie tegenhielden.
Terwijl in vele delen van de ontwikkelde wereld men dammen ontmanteld, houden de mensen die Ijsland regeren vast aan een droom van een geïndustrialiseerde natie. David Oddsson, de eerste minister, en leider van de onafhankelijke partij, heeft reeds 12 jaar de macht in handen en wordt en wordt ongeveer in gelijke mate bewonderd, gevreesd en gehaat. Samen met Haldor Assgrimsson, leider van de progressieve partij, leidt hij de heersende rechtervleugel coalitie. De oppositie wordt gevormd door een centrum linkse coalitie met 20 zetels, vijf links groenen, en vier liberalen.
Hydro energie is officieel de verantwoordelijkheid van de ministers van industrie en milieu die aangesteld zijn in 1999, maar veel ijslanders twijfelen aan hun competentie, om deel te nemen in een gestaafd debat over de relevante onderwerpen. Hun CV’s zijn geruststellend, minister van industrie en handel, Valgerdur Sverrisdottir, heeft als enige referentie een diploma uit 1972 voor Engels als vreemde taal. Sif Fridleifsdottir, minister van leefmilieu, is een physiotherapeut. Geen van beide heeft ook maar enige parlementaire of andere ervaring in relatie met hun ministerportefeuilles. Toen de guardian Fridleifsdottir wou interviewen, werden ze doorverwezen naar het hoofd van de PR van Landsvirkjun, de nationale energiemaatschappy, die omschreven werd als de regerings grootste specialist ivm karahnjukar.
Fridrik Sophusson, voormalig minister van financieen in Oddsson’s kabinet en nu Landsvirkjuns directeur, deelt duidelijk de heersende honger van de elite voor megaprojecten. Nu 60 jaar, herinnert hij zich de tijden wanneer ijsland verpauperd was in er in scandinavie neerbuigend werd gesproken over ‘little iceland’. Vandaag is het een van de rijkste landen, dankzij de exploitatie van de natuurlijke bronnen, hoofdzakelijk vis, en Sophusson redeneert dat hydro-energie, een logische stap is naar economische diversiteit. Hij doet milieubeschermers af als romantici. Ijslands buren zijn niet onder de indruk, ze betreuren het democratisch verval. De zweedse Gotenburg post, beschreef ijsland onlangs als de paria onder de noordelijke staten, voor zijn rampzalig milieubeleid, wat zij de oorlog tegen het land noemen.
Het economisch pragmatisme van de overheid zou meer steek houden moesten de dammen ook echt een duurzame oplossing zijn. De hoofdzaak zouden extra jobs in de oostelijke fjords moeten zijn, maar de regio kent bijna geen werkloosheid en weinig ijslandse jongeren zouden verleid worden door de barre omstandigheden van de hooglandse bouwwerven, of van de 400 door Alcoa beloofde jobs. De twee bestaande smelters in ijsland, zijn verplicht geweest om goedkope oost-europese gastarbeiders in te voeren. De milieuschade van zowel de dammen als de smelters, leiden ongetwijfeld tot een verdere exodus. Tot december 2004 werkten er voor een groot deel portugesen in schandalige omstandigheden. Ze mochten het werkterrein niet verlaten en leven er afgezonderd in hun werkkampen. Ze hadden niet eens handschoenen en warme kousen tot hun beschikking, die gezien de barre weersomstandigheden noodzakelijk zijn. Deze arbeiders werden allen uitbetaald in land van herkomst waar de lonen een heel stuk lager liggen. Onlangs werden ze allemaal ontslaan omdat Alcao ze wil vervangen door honderden arbeiders uit China waar de lonen met een gemiddelde van 40 euro per maand voor nog goedkopere arbeidskrachten zorgen. Slavernij en uitbuiting door gevestigede multinationals in het o zo democratische Europa.
Aluminiumsmelters stoten enorme hoeveelheden broeikasgassen uit. In 2001 is het superschone ijsland erin geslaagd om 10% extra uitstoot toegestaan te krijgen op het Kyoto protocol, de grootste verhoging ter wereld. In werkelijkheid koopt Alcoa ijslands vergunning om te vervuilen, alsook hun goedkope electriciteit. Het ministerie van leefmilieu gaf Alcoa ook een vergunning om 12 kilo zwaveldioxide uit te stoten per ton geproduceerde alluminium. Dat is twaalf maal de hoeveelheid dat de wereldbank eist van moderne smelters. Die zwaveldioxide en fluoride, de meest gevaarlijke vervuilers in termen van volksgezondheid en landvervuiling, worden direct de lucht ingepompt via gigantische schoorstenen.
De lokale oppositie is beperkt. Gudmundur Beck, 53, is de eenzame stem van verzet in Reydarfjordur, de oostelijke fjord, waar de Alcoasmelter zal gebouwd worden. Hij heeft altijd al geleefd in de fjord, maar zijn boerderij zal onbruikbaar worden, eens de smelter in gebruik wordt genomen. Hij geloofd dat de lokale bevolking overwonnen werd door een propogandacampagne: Landsvirkjun heeft milioenen uitgegeven voor de PR in deze streek, vooral via de radio.
Zelfs landsvirkjun geeft toe, dat het karahnjukar project niet duurzaam is, en dat het zware slib van Jokulsa a Dal het reservoir zal vullen. De expertises zijn enkel verdeeld over hoe lang de dam operationeel zal blijven. Schattingen gaan van 50 tot 400 jaar. Maar landsvirkjun verwelkomt over het algemeen geen wetenscappelijke bevindingen die hun belangen tegenspreken. Veel geologen vrezen catastrofale vulkanische uitbarstingen en afscheuringen van de gletcher in het bassin van de dammen. Ze stellen zich ook vragen bij het bouwen en vullen van een gigantische dam op een ondergrond die verzwakt is door vulkanische scheuren. Deze bezorgdheden werden eerder dit jaar voor het parlement gebracht door wetenschappers, maar volgens het groen parlementslid, Kolbrun Halldorsdottir, werden de wetenschappers door de minister van industrie afgedaan als politiek gemotiveerd, en dat er niet naar moest geluisterd worden.
Thorsteinn Siglaugsson, een risico specialist,bereidde een onafhankelijk economisch onderzoek voor over karahnjukar voor de Icelandic Nature Conservation Agency. “Landsvirkjuns cijfers bevatten geen adequate kost en risico analyses, noch realistische inschattingen voor overstroming. Als de staat de leningen voor het project niet had gewaarborgd, zou het nooit private financiers aangetrokken hebben. Karahnjukar zal nooit winst maken, en de ijslandse belastingsbetaler zal uiteindelijk Alcoa subsidieren.
In juli regelde barclays de laatste 400 miljoen dollar lening, die landsvirkjun nodig had. Duidelijk in overtreding met de equator principes die ze nog maar een maand op voorhand hadden getekend. Deze principes vereisen ethisch milieubeleid als voorwaarde voor financiering. Barclays ontkent dat het deze vrijwillige principes aan de kant schuift, verwijzend naar een tweede mening die ze lieten opstellen door het texaanse milieu-studieburo Stone and Webster. (Stone and Websters rapport, dat was uitgelekt, concludeerde:” tegenkanten zal nog even blijven komen van een aantal ngo’s, met het risico op slechte publiciteit op korte termijn, maar dit is te verwaarlozen als het project vooruitgaat en kan gecontroleerd worden door blijvende PR aktiviteiten.)
In 2001, concludeerde de EU anti-corruptie groep GRECO dat “de nauwe verbanden tussen de regering en het bedrijfsleven (in ijsland) gelegenheid geeft tot corruptie.” En het zijn die banden die de regering in de gaten zou moeten houden. In de zomer van 2003, startte de politie een onderzoek naar een fraudezaak waarbij een cartel van 3 oliemaatschappijen kunstmatig de prijzen opdreef. De zaak bleek bijzonder genant, gezien de directeur van Shell Ijsland, een van de bedrijven die onderzocht worden, getrouwd is met de woordvoerder van de regering (en voormalig minster van justitie). De onafhankelijkheidspartij heeft uiteraard ook nauwe banden met de plaatselijke bouwindustrie, die profijt doet aan alle onderaannemingen voor de karahnjukar dam. Maar het grootste stuk van de taart – 500 miljoen dollar – gaat naar het italiaanse Impregilo, dat het contract voor de dam in de wacht sleepte, en dat zelf ook voor corruptie moet terrechtstaan in Africa.
Impregilo zit momenteel in rechtzaken verwikkeld in Lesotho, waar hun zuid afrikaanse consultant schuldig pleit voor het betalen van £225’000 aan het Lesotho Hooglands water project. Impregilo was ook een van de drie hoofdbedrijven die contracten in de wacht sleepten voor de beruchte Yacreta dam in Argentinië, die zin budget met miljarden overschreed, waar ook het ene financiele schandaal na het andere volgde. Het maakte ook deel uit van het consortium dat de Illussu dam in Turkije wou bouwen, die moest het zijn doorgegaan, 30.000 kurden dakloos zou maken en de historische site van Hasankeyf onder water zou zetten.
Als Sophusson gevraagd werd naar de corruptieschandalen van Impregilo, noemde hij de corruptiecultuur in Afrika en Azie een kost die moest gemaakt worden. Terwijl hij zich niet wilde uitspreken over de praktijken van Impregilo, was hij wel rechtvooruit over het ijslandse verleden. Toen wij twintig jaar geleden vis wouden exporteren naar Nigeria, moesten we ook smeergeld betalen, het stond zelfs vermeld op de bankafschriften. Het is een kost die we moeten betalen, al is men natuurlijk veel beter af zonder te betalen. Hij was echter zeer snel om duidelijk te stellen dat ze geen geld ontvingen van Impregilo, een vraag die niet eens gesteld was.
Impregilo was wel het enige bedrijf dat een offerte maakte, onder de geschatte kost van het project. Als er gevraagd werd of de procedures gevolgd werden, antwoordde Sophusson dat op het einde het bod van impregilo “het enige serieuze bod was dat overbleef… en dat ze daar wel een beetje gewrongen mee zaten”. Ze hebben waarschijnlijk reden om nerveus te zijn, gezien impregilo de beste advocaten uit europa betaald, en dat ze 1100 clausules in het contract werkten die allemaal de verantwoordelijkheid bij Landsvirkjun laten.
In 2003 verscheen ook een rapport Megaprojecten en risicos, van de deense econoom Bent Flyberg, die honderden megalomane projecten over heel de wereld onderzocht. Hij promoot megaprojecten op de volgende manier: “geef foute informatie aan het parlement, de bevolking in de media, om projecten goedgekeurd te krijgen met de formule van een ongezonde cocktail van onderschatte kosten, overschatte opbrengst, onderschatte impact op het milieu en overschatte positieve weerslag op de economie”.
Het is misschien te vroeg om uit te maken of Karahnjukar zo een project is, maar volgens Flyberg kunnen de voorspelde gevolgen van zulke projecten een hele nationale economie schaden. Dit is wat Thorsteinn Siglaugsson enorm bezorgd: “door de staat gesponsorde, verlieslatende industrie schaden de hele economie, dit is waarom de USSR failliet ging”. Siglaugsson vreest dat de boom tijdens de bouw van de dam zal overgaan in een recessie achteraf. Hij weet van verscheidene ijslandse producenten die reeds naar het buitenland aan het verhuizen zijn.
Polls tonen dat de ijslanders min of meer verdeeld zijn over karahnjukar, maar hoe goed zijn ze geinformeerd. De journalisten beschrijven de media als direct en indirect door de staat gecontroleerd. In augustus 2003, verloor de BBC world service zijn uitzendtijd in ijsland net voor dat de walvisvangst werd hervat na een stop van 14 jaar. Een veteraan van de ijslands televisie vertelde hoe hij in de problemen kwam toen hij de twee kanten van het verhaal over karahnjukar toonde. “Men vroeg mijn ontslag.” Om een rationele film over de dam te kunnen financieren, verkocht hij zijn appartement en zijn jeep.
Dr Ragnhildur Sigurdarsdottir, een hoog aangeschreven consultant voor milieuimpact, viel bij Landsvirkjun in ongenade nadat ze weigerde haar eigen rapport over het Thorsa hydro project te vervalsen. Na haar weigering werd het rapport toch aangepast. Ze stapte naar de pers met haar verhaal en bijna onmiddelijk ondervond ze dat alle jobs die ze nog had geschrapt werden. Landsvirkjun ontkent de aanteigingen.
De ‘blauwe hand’ is een dialect woord voor de schimmige invloed die de rijke ijslandse klasse heeft over het individu. Mythe of realiteit, het is een effectieve macht, die zorgt voor censuur en subtiele strategie. Professor Gislason houdt vol dat Sophusson hem verschillende malen getelefoneerd heeft met de vraag zijn ruim gepubliceerde tegenkanting tegen de dam te herzien.
Het ijslands natuurbeheers agentschap, samen met het internationaal rivieren netwerk, hebben een zeer informatieve brochure gepubliceerd over karahnjukar, waarvoor ze verscheidene onafhankelijke studies vroegen. Het resultaat was een coalitie van 120 NGO’s (ao. Wwf en friends of the earth) die in juni 2003 actief protesteerden tegen het project. De ijslandse regering heeft echter weinig oor naar de mening van de wereld, wat ook wordt aangetoond door de hervatting van de walvisvangst. Nochthans is toerisme de snelst groeiende sector in ijsland en is export van vis de grootste, twee sectoren die zeer hard getroffen zouden kunnen worden door een internationale boycot, zoals tijdens het hervatten van walvisvangst tijdens de jaren ’80. Nu reeds spreekt de toeristische sector van honderden, zoniet duizenden toeristen die afzeggen door de controverse rond de walvisvangst. 80% van de toeristen in ijsland komen af op wat de overheid “de uitgestrekte en ongerepte natuur noemt”. Eigenlijk is die natuur wereld erfgoed en is de megalomane vernietiging van karahnjukar en andere delen van ijsland veel te weinig bekend.
De dichter Jokulsdottir beschrijft het als “ een handje vol mensen die hun destructieve dromen opdringen aan een natie die half slaapt”. Wat zou dit kunnen stoppen?
Voor de schrijver Gudbergur Bergsson ligt de sleutel in de nationale psyche. Ijslanders zijn politieke mode slachtoffers, zwaar onder de invloed van de VS, en onbewust van wat de actievoerders op het thuisfront zeggen. Wat als ‘in’ wordt beschouwd nu is globalisering, en daar willen ze deel van uit maken. Ijslanders hebben er een hekel aan om als achtergesteld te worden bekeken. Als de internationale gemeenschap hun echter kan tonen hoe achtergesteld het is zich te laten koloniseren door Alcoa en hun zo geliefde natuur te laten vernietigen voor 1 alluminium smelter, dan beginnen ze misschien toch na te denken. Dan hebben ze misschien toch het lef om op te staan en een vuist te ballen tegen hun dictatoriale regering. “Jullie moeten ons tot verandering schamen.”
http://www.guardian.co.uk/weekend/story/0,3605,1094541,00.html